370
9 APRIL 1924.
Wethouder van Financiën zelfs in de gelegenheid is tot
belastingverlaging over te gaan.
Nu wordt er wel gezegd: bezuinig dan op andere wijze.
En er wordt dan gewezen op de wethouderssalarissen. Wan
neer men het wethouderssalaris met f 1000 vermindert,
dan beteekent dat, -aangezien hier 3 wethouders zijn
een bezuiniging van f3000 per jaar! Wat wil dat nu zeggen,
wanneer men de bezuiniging niet op verdere lijn doorvoert.
Spr. is er zeker van, dat ook al gaat men tot deze salaris
vermindering over, er nog altijd volop liefhebbers voor
gemeente-betrekkingen zullen zijn. Men moet zich dan ook
niet verdiepen in phrasen, maar in de realiteit. De menschen
zullen hier aan de gemeente een menschwaardig bestaan
vinden. Het loon van den doorsnee-arbeider is hier gemiddeld
te stellen op f 30 per weekpast men daarop een pensioen
korting toe van 3 a dan komt dit neer op een bedrag
van f 1.— per week. Zal dit nu het levenspeil zoo omlaag
halen? Bij de besprekingen heeft men kunnen vernemen,
dat de Raad nog deze maand een beslissing zal hebben te
nemen omtrent den vermenigvuldigingsfactor voor het be
lastingjaar 1924-1925. De meest gunstige raming geeft bij
vergelijking met verleden jaar nog een verhooging van
den factor te zien met 50°/o. Dit mag hierbij wel terdege
onder de oogen worden gezien. Door dien zwaarderen be
lastingdruk zullen ook velen onder de arbeiders worden
getroffen. Spr. vraagt zich dan ook af, of zij, die zoo be
vreesd zijn voor de gevolgen van een vermindering van de
koopkracht van het gemeentepersoneel, zich te dien opzichte
verantwoord achten. Spr. zal voor het voorstel-A p p e 1 b o o m-
H ornix stemmen.
De heer ZIJLMANS verklaart, zijn motie in zake salaris
herziening te hebben ingediend in afwachting van eventueele
andere voorstellen op dit gebied. Spr. heeft daarmede geenszins
te kennen willen geven, dat hij tegen alle andere voorstellen
zal stemmen integendeel, Spr. is er van doordrongen, dat