374 9 APRIL 1924. boom, dat de belastingdruk met 50°/o zal toenemen, merkt Spr. op, dat deze het niet mag voorstellen alsof die ver zwaarde druk zou verdwijnen, door het toepassen van een pensioenaftrek. De heer PELSTER wil even buiten de orde gaan, ten einde de gisteren gedane vraag van den heer Cohen, in zake de besteksvoorwaarden betreffende de aanbesteding van werken in den Belcrumpolder, te beantwoorden. Ten behoeve van de werkloozen is daarin een bepaling opgenomen, waarbij het minimum loon wordt vastgesteld op 40 ct. per uur; in geval zij volslagen arbeiders zijn, worden zij gelijkgesteld met de anderen. Voorts wenscht Spr. terug te komen op hetgeen gezegd is over het feit, dat door hem niet Aengenent, doch Pesch, een buitenlander, geciteerd is. Pesch is de grootste autoriteit op Katholiek-sociologisch gebied van dezen tijd; het feit, dat hij buitenlander is, doet aan de waarde van zijn theorie niets af. Spr. heeft dan ook in dit geval Aengenent niet aangehaald om de volgende drie redenen: le omdat Pater Pesch een meer gezaghebbende autoriteit is op dat gebied 2e omdat diens theorieën de nieuwste zijn en 3e omdat Spr. niet weet, wat op het oogenblik de loonbeschouwing van Aengenent is. Spr. veronderstelt, dat zijn mede-leden wel zullen weten, dat hij in vorige jaren met Prof. Aengenent van gedachten heeft gewisseld over het loonvraagstukwelnu, het tweede ant woord van Aengenent op Spr.'s schrijven is uitgebleven. Spr. beroept zich in dit verband op een artikel in het Overijsselsch Dagblad, waarin wordt gezegd, dat hetgeen mr. P e 1 s t e r schrijft een ernstig onderzoek verdient en dat het te betreuren is, dat er in de pers niet meer plaats wordt ingeruimd voor ernstige economische artikelen. Het komt echter volgens Spr. meer voor, dat nieuwe ideeën worden doodgezwegen. Wat nu de zaak zelf betreft, zegt Spr., dat het hierbij voor hem volstrekt niet in de eerste plaats om de bezuiniging gaat. De bedoeling heeft bij hem voorgezeten om de loon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 374