9 APRIL 1924.
379
De heer APPELBOOMMen krijgt dan toch een ab
normale verhouding, want dat zijn de menschen, die bij slot
van rekening de loonen van de gemeente-werklieden moeten
betalen. Maar ook los van den belastingfactor, alleen uit
een vergelijking met de loonen in het vrije bedrijf, staat het
bij mij vast, dat een korting van 3 billijk is.
De heer KLUFT zegt, dat, wanneer die loonen aan de
Machinefabriek sedert Januari al driemaal verlaagd zijn,
men ze niet kan beschouwen als standaardloonen. Z. i. moet
de gemeente niet voorgaan met loonsverlaging. Zij heeft het
voorrecht steeds over menschen van goeden naam te kunnen
beschikken en moet hen daar naar ook betalen. Het is Spr.
onbegrijpelijk, hoe men ertoe komen kan om de salarissen
en loonen afhankelijk te maken van de gemeente-financiën.
Dat is geen systeem. Men moet zijn employés toch betalen
ook al gaat de zaak failliet.
De heer COHEN wil even een fout herstellen. Het door
hem genoemde cijfer van 76 cent per uur is inderdaad on
juist het betreft de landelijke regeling. Het loon in de
metaalindustrie is thans gemiddeld 62 cent per uur. Men
moet zich echter niet spiegelen aan loonen, welke men in
enkele maanden tijds drie malen verminderd heeft.
De heer KORTEWEG heeft nagegaan, dat men door de
ambtenaren per week 3 uren langer te laten werken onge
veer een zelfde bedrag kan bezuinigen als door de aanhan
gige voorstellen zal worden verkregen. Spr. acht den tijd
nog niet gekomen om tot salarisvermindering over te gaan.
De heer PELSTER wenscht nog op te merken, dat hij
den kindertoeslag volstrekt nog niet loslaat. Spr. heeft af
schaffing daarvan alleen genoemd als een logisch gevolg van
een eventueele verwerping van het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders.