38
18 JANUARI 1924.
De heer HORNIX gaat het verloop van deze zaak na.
Spr. heeft indertijd in de Bouwcommissie zijn stem aan dit
voorstel gegeven. Naar aanleiding van opmerkingen van
belangstellenden en een onderzoek ter plaatse is Spr. later
tot geheel andere gedachten gekomen. Hij acht de voorge
stelde transactie uit een verkeersoogpunt zeer gevaarlijk en
komt dus terug op zijn steun in de Bouwcommissie aan dit
voorstel verleend. Spr. vindt het beter, dat de gemeente
daar geen grond verkoopt en zal tegen dit voorstel stemmen.
De heer ZIJLMANS is het eens met den heer Hornix.
Spr. heeft ook een onderzoek in loco ingesteld. Op vaste
tijden van den dag, b. v. tusschen half twaalf en tien minuten
vóór twaalf, na het uitgaan der school aan de Kloosterlaan,
passeeren hier ruim 160 schoolkinderen, waaronder eenige
per fiets; gelijktijdig komen er soms eenige wagens door,
zoodat het verkeer op die oogenblikken daar vrij druk is
en het meermalen voorkomt, dat de kinderen het stukje
grond, dat bebouwd zou worden, juist gebruiken als vlucht-
heuveltje, waardoor ongelukken worden voorkomen. Voorts
beroept Spr. zich op het advies van den Adjunct-directeur
van Openbare Werken, den heer de Wolf, om daar in
die omgeving geen grond te verkoopen met het oog op de
bestaande toekomstplannen met betrekking tot het maken
van een parallelweg van de Ginnekenstraat. Spr. zou eerst
eens ingelicht willen worden omtrent die plannen.
De heer PELSTER meent, dat het bezwaar in zake gevaar
uit een verkeersoogpunt niet overwegend kan zijn. Het
trottoir is daar ter plaatse niet smaller dan ergens anders-
Spr. gelooft, dat de toekomst daar eerder vermindering van
het verkeer zal brengen dan toename. Men zou echter later
altijd nog een stukje van de Lange Stallen-kazerne kunnen
afnemen, indien zulks noodig bleek.
De heer ZIJLMANS: Het is nog geen feit, dat de ge
meente daarover beschikken kan!