392 9 APRIL 1924. trekken van hetgeen daarvoor verleden jaar is geraamd, terwijl de opbrengst van het keurloon slechts op 1150.— meer wordt geschat. De post „kleeding personeel" is b. v. veel te ruim geraamd, hetgeen echter niet alleen op deze begrooting, doch ook op die van andere diensten geschiedt. Spr. verwijst in dit verband naar de regeling voor de Rijks- veldwacht en de kommiezen. Op den post „schoonmaak en desinfectiemiddelen" is dezelfde opmerking van toepassing. De post „onvoorzien", welke verleden jaar f 8200.be droeg, is thans op ruim f 31.000.—geraamd. Demotiveering voor al deze verhoogingen is zeer laconiek. Spr. vindt dat geen wijze van een begrooting opmaken. Hij wenscht een voorstel te doen tot verlaging van de posten „Brandstoffen, gas, enz.", „Kleeding personeel" en „Schoonmaak- en desin fectiemiddelen" en tot schrapping van den 5den hulpkeurmeester. De heer LOOMANS wil ook den post „Huur gebouwen" verminderen. De VOORZITTER zegt, dat niet alles even uitvoerig in de memorie kan worden toegelicht. Ten aanzien van den 5den hulpkeurmeester bestaat geen bezwaar om deze van de begrooting af te voeren Burgemeester en Wethouders nemen dit voorstel van den heer Speyart dus over. De andere posten door den heer Speyart genoemd zijn van weinig belang Spr. kan echter niet direct in de voorge stelde verlaging daarvan bewilligen. De vergelijking met de opbrengst van het keurloon voor geslachte dieren is in deze niet overeenkomstig de juistheid. De kleeding wordt veel schade aangedaan. Spr. gelooft dan ook niet, dat men zich te dien opzichte te buiten gaat. De Rijksveldwacht kan hierbij geen punt van vergelijking zijn. Men heeft hier met een vak te doen, waarbij de kleeding buitengewoon vuil wordt. Den heer Loomans, die den post „huur gebouwen" wenscht te verminderen, antwoordt Spr., dat de verkoop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 392