9 APRIL 1924. 399 De heer APPELBOOM is van meening, dat door het feit, dat voor deze vergadering geen presentielijst is getee- kend, de vergadering van thans is te beschouwen als een voortzetting van die van hedenmiddag. De heer HORNIX stelt voor, deze stemming uit te stellen tot een volgende vergadering. De VOORZITTER merkt op, dat het hier juist gaat om de vraag wat als een volgende vergadering is te beschouwen. Het lijkt Spr. hier het beste, de vergadering zelve te laten beslissen. De heer BOGMANS kan zich vereenigen met het voor stel van den heer H o r n i x, hoewel deze op uitstel geen recht heeft, daar het volgens het door den Voorzitter aan gehaalde besluit mogelijk wordt geacht, dat er op één dag twee of meer vergaderingen van den Raad plaats hebben. De heer HAALMAN verwacht van uitstel der stemming geen enkele uitkomst. De VOORZITTER acht stemming over het voorstel- Hornix volkomen gewettigd. De Raad moet zijn souve- reiniteit bewaren en zelf beslissen. De heer CERUTTI vraagt, welke schrijvers geraadpleegd zijn. De VOORZITTER herhaalt, dat de handboeken voor dit geval geen oplossing bieden. Spr. brengt alsnu in stemming het voorstel van den heer H o r n i x om de stemming over het voorstel tot verhaal van 3 l/2 pensioensbijdrage, waar over in de vorige vergadering de stemmen hebben gestaakt, uit te stellen. De uitslag van deze stemming is, dat 10 stemmen voor en 10 tegen het voorstel zijn uitgebracht, zoodat de stemmen hierover staken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 399