9 APRIL 1924.
419
De post wordt daarop goedgekeurd.
Volgnummer 34. Reis- en verblijfkoslen.
De heer NEVE vraagt, of de reis- en verblijfkosten niet
behoorlijk geregeld zijn. Spr. meent te weten, dat de eene
ambtenaar meer in rekening brengen kan dan de andere.
De VOORZITTER antwoordt, dat er geen bepaalde
verordening op dit gebied bestaat. Wel ligt er een concept
voor behandeling gereed. Nu de Raad een regeling blijkt
te wenschen, kan zulks spoedig geschieden.
Daarop wordt de post goedgekeurd.
Volgnummer 51. Verzekering legen ongevallen en
invaliditeit.
De heer KORTEWEG vraagt ten aanzien van alle ge
meentelijke verzekeringen tegen ongevallen en invaliditeit, of
deze bij de Rijksverzekeringsbank of bij particuliere maat
schappijen worden afgesloten. Spr. acht dit laatste in den
tegenwoordigen tijd het meest gewenscht.
De VOORZITTER antwoordt, dat de verzekeringen naar
gelang van de soort risico worden afgesloten bij de Rijks
verzekeringsbank, Fatum of de Landbouw-Onderlinge Ver
zekeringsmaatschappij
De heer KORTEWEG zou voor deze verzekeringen toch
ook een inschrijving wenschen.
De VOORZITTER merkt op, dat voor brandverzekeringen
nog onlangs ingeschreven werd. Het College gaat dus alreeds
in de door den heer Korteweg gewenschte richting.