18 JANUARI 1924. 41 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om met ingang van 1 Februari a.s. de tarieven voor de tram te wijzigen in dien zin, dat de prijs zal bedragen voor een traject van ten hoogste vier opeenvolgende sectiën 10 cent, en tevens goed te keuren, dat verkrijgbaar worden gesteld 10 en 20-rittenboekjes respectievelijk voor den prijs van f 0.80 en f 1.50 en dat, met intrekking van de schoolkaarten, worden uitgegeven rittenboekjes voor scholieren, inhoudende 25 coupons, tegen den prijs van 1.25 per boekje, met bepaling, dat elke coupon recht geeft op het afleggen van een traject van ten hoogste vier opeenvolgende sectiën en dat van die coupons ook mag worden gebruik gemaakt voor het zich begeven naar muziek- en andere privaatlessen, terwijl de coupons op Zondagen niet geldig zullen zijn. De heer HAALMAN zegt, dat dit voorstel voor hem aanleiding geeft tot moeilijkheden. Bij verwerping ervan zal het deficit grooter worden, bij aanneming zal het gebruik van de tram door afschaffing van het 5 cents-tarief aan merkelijk verminderen. De Raad verkeert dus in een moeilijk parket. Het lijkt Spr. het beste toe, tegen te stemmen; men zal dan des te eerder komen tot wijziging van het bedrijf. Spr. zal dus tegenstemmen. De heer ZIJLMANS houdt de volgende rede; Mijnheer de Voorzitter, Het voorstel tot wijziging der tramtarieven lijkt mij op grond van de gegeven toelichting niet aannemelijk om ver schillende redenen. Ven eerste. Het tarief van 5 cent voor twee secties wordt afgeschaft en men gaat zich met een uniform-tarief van 10 cent practisch op één lijn stellen met de autobussen. Het groot percentage personen, dat blijkens de telling in December 1923 voor 5 cent vervoerd werd, drijft men nu naar de bussen en wel zeker zoolang de paardentram niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 41