422 9 APRIL 1924. Blakenburg eerst een daad wenschte te zien. Zegt Spr. te veel, wanneer hij meent, dat daarmede bedoeld wordt, dat Blakenburg den bond eerst een trap moet geven. Spr. staat er perplex van en hij doet een beroep op den Burge meester. Velen in Breda zal het een genoegen doen, wanneer Blakenburg in zijn vroegeren rang hersteld wordt. De man heeft thans lang genoeg financieel nadeel er door ge leden. Het is hem aan te zien, onder welk een geestelijken druk hij door dezen toestand gebukt gaat. Vooral in den laatsten tijd heeft de heer KLUFT veel onaangenaams over deze quaestie gehoord. Het ligt thans aan den Burgemeester, om deze onaangenaamheden aan elkaar te knoopen. Spr. verzoekt den Voorzitter om den Raad dezen avond de voldoening te verschaffen, dat Bla kenburg in zijn vroegeren rang wordt hersteld. De Voor zitter zal daarmede een goed werk doen, terwijl het tevens zeer ten genoegen van den Raad zal zijn. De VOORZITTER kan in zijn antwoord kort zijn. Het feit, dat de geest en de toestand bij het politie-corps zooveel verbeterd zijn, verschaft ook Spr. groote voldoening. Het eenige, waarom het hier thans gaat, is de behandeling van één persoon. De heeren, die zich blijkbaar zoo bijzonder interesseeren voor dit geval, geeft Spr. in overweging, daarover liever in de Burgemeesterskamer te komen spreken, alwaar Spr. zich vrijer dan hier over den persoon en over geschreven stukken kan uiten. Zelfs op pathetische wijze en met sentiment wordt deze zaak hier nu behandeld. Een dergelijke manier van behandeling kan begrijpelijk zijn, doch voor een juiste beoordeeling der feiten behoort men meerdere gegevens te hebben. Spr. wil steeds gaarne de noodige ge gevens verschaffen; de Raad voteert de gelden voor de politie en daarom is Spr. ook steeds genegen tot een open behandeling voor zoover deze met zijn verantwoordelijkheid is overeen te brengen. Spr. schrijft den beteren geest onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 422