424 9 APRIL 1924. Hierdoor zouden 14 agenten gemist kunnen worden. Spr. zal geen directen invloed uitoefenen op het controle-personeel, hoewel Spr. het met de getalsterkte daarvan niet eens is. Spr. gevoelt meer voor vrije controle. Dit betreft echter den internen dienst, welke tot de competentie van den Burgemeester behoort. In ieder geval zou één adjunct-inspecteur gemist kunnen worden. Spr. zou het aantal niet geleidelijk willen inkrimpen, daar hij vreest, dat er op die wijze niet veel van terecht zou komen met een nieuwen commissaris. Spr. zou met ingang van 1 Juni a. s. 14 agenten willen doen ontslaan onder toekenning van een behoorlijk wachtgeld. De desbe treffende post kan daardoor verminderd worden met f 13.500. welk bedrag overgebracht zou kunnen worden op een in te stellen post 93a voor wachtgelden. In dien tusschentijd kan vervolgens een wachtgeldregeling ontworpen worden. Post 66 kan naar rato verminderd worden met f 1250.-. Welke agenten voor dit ontslag in aanmerking zouden komen, behoort tot het beleid van den Commissaris en den Burge meester; Spr. zal dus buiten deze quaestie blijven. Het gaat hier om het principe, of en in hoeverre een vermindering van het politie-personeel kan gaan. De heer MOLL zal niet wagen om commissaris van politie te spelen. De heer Appelboom wenscht het aantal agenten op 50 terug te brengendaarmede moet de nieuwe commis saris het maar doen. Vroeger, vóór de reorganisatie waren er 45 agenten. De diensttijd was toen 74 uur per week. Wanneer nu dit voorstel van den heer Appelboom zou worden aangenomen, dan vreest Spr. ten zeerste, dat het er voor het politie-personeel bedroevend zal uitzien. De com missaris zal den dienst dan weer moeten uitbreiden tot 67 a 70 uur per week. Dit is de consequentie van het voorstel van den heer Appelboom. Spr. kan derhalve reeds bij voorkeur verklaren, dat hij tegen een dergelijk voorstel zal stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 424