426 9 APRIL 1924. gevolge hebben. Deze vrees wordt thans reeds bewaarheid. bo Thans zijn er al minder agenten, doch dit is gegaan ten bet koste van den diensttijd. De werkweek mag echter niet nog wa: hooger opgevoerd worden. De voorstellers mogen zeggen, f 11 dat hun voorstel niet tot verlenging van den arbeidsttijd koi behoeft te leiden, maar Spr. acht het practisch onmogelijk, vai dat zulks niet zou geschieden. Spr. geeft daarom den Raad vo< beslist in overweging, dit voorstel niet aan te nemen. Voorts f 1 merkt hij op, dat er nog steeds een motie van hem aanhangig boi is, om de uren boven de 52 uur als overuren te beschouwen. en Spr. wil hierover nog een enkel woord zeggen. Deze motie zie werd ingediend, omdat de diensttijd in strijd met de eigen De woorden van den Voorzitter ineens is opgevoerd van 48 ge* tot 56 uur per week. Spr. verklaart voorts nogmaals, in het lei» geheel geen spijt te gevoelen, dat hij het tusschenvoorstel, va om den diensttijd tot 52 uur te verlengen, heeft gedaan. va Ook de politie heeft haar penningske moeten offeren. Spr. bij wil echter thans geen stap verder gaan. I Ook de heer SCHRAUWEN is van oordeel, dat, wan- aa neer het aantal agenten tot 50 wordt teruggebracht en de waakdiensten dezelfde blijven, een 68-urige werkweek voor de politie daarvan het gevolg zal zijn. ee nc De heer NEVE kan zich ook in geenen deele met het di voorstel vereenigen. Indien dit zou worden aangenomen, m' dan kan men er op rekenen, dat het geen benijdenswaardige de toestand wordt voor de agenten, De nieuwe commissaris bi zal natuurlijk zijn uiterste best doen om te voldoen en om m klachten over den dienst te voorkomen. Er zal dus gejaagd moeten worden om toch de diensten te presteeren, welke v( van de politie verwacht worden. ee De VOORZITTER zal een kort overzicht geven van in het aantal agenten en de kosten der politie in den loop der h( jaren. Daarbij komt het voorstel van de heeren Appel- g<

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 426