432 9 APRIL 1924. en de overige 5 doen dienst op de posten en op het hoofd bureau. De diensttijd van de verkeersagenten is als volgt geregeld2 uur loopdienst, 2 uur als verkeersagent, 1 uur rust. Volgens het voorstel van Spr. kan één ploeg worden uitgespaard. De overige ploegen moeten dan iets harder loopen, omdat de rayons vergroot zijn. Desnoods komen zij op een bepaalde plaats gedurende een geheelen dag maar niet. Bij aanneming van zijn voorstel kan de organisatie derhalve intact blijven en behoeft er niets anders te gebeuren dan een vergrooting van de wijken. In gevallen van inbraken, moet er dan maar wat extra dienst gedaan worden met een beroep op de medewerking van de agenten. Bovendien be staat er hier ook nog Rijkspolitie, welke in zoo'n geval te hulp geroepen zou kunnen worden. Spr. blijft dan ook zijn voorstel handhaven. Het hoofdpersoneel heeft Spr. expres buiten zijn beschou wingen gelaten. De overgelegde staat is echter op dit punt niet voordeelig voor Breda. Slechts in één gemeente .is er meer hoofdpersoneel dan hier ter stede. Spr. heeft zich evenwel in zijn voorstel beperkt tot het ontslaan van slechts één adjunct-inspecteur. Overigens zou Spr. de controle anders willlen doen inrichten. De heer HAALMAN zag hier vroeger gedurende de Carnavalsdagen wel eens een hardlooper, behangen met belletjes, door de straten rennen. Zoo ziet Spr. bij aanneming van het voorstel van den heer Appelboom, in gedachte ook reeds de agenten bij hun cross-country door de stad. Spr. ontraadt ten sterkste op dit voorstel in te gaan. Een vermindering van het aantal agenten kan slechts bereikt worden door verlenging van den diensttijd. Dat in plaats van een bezuiniging op de uitgaven door zijn motie in zake de overuren, de kosten van de politie hooger zouden worden, is de schuld van den Burgemeester, die zijn motie naast zich heeft neergelegd en de 52-urige werkweek tot 56

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 432