436 9 APRIL 1924. met zijn flets uit de voeten maakt. Althans een van beide agenten moet geheel vrij in zijne beweging zijn. Voorts zal de bewaking niet even doeltreffend als per voet kunnen geschieden, daar per flets niet voldoende gelegenheid is om naar behooren rond te zien. Al is Breda dan geen groote stad, het is toch in ieder geval een zeer drukke gemeente, een gemeente, waarin surveillance per rijwiel niet doelmatig zou blijken. De heer APPELBOOM meent te moeten opponeeren tegen de opvatting van den Voorzitter, als zou hij zijn voorstel rauwelijks hebben ingediend. Spr. heeft deze zaak terdege overwogen. Spr. blijft ervan overtuigd, dat er hier te veel agenten zijn. Verleden Zaterdagmiddag zag Spr. op de Groote Markt alleen al vier agenten. Ook elders in de stad komt men ieder oogenblik agenten tegen. Spr. acht dit absoluut overbodig en hij handhaaft dan ook zijn voorstel. De VOORZITTER sluit thans dealgemeene beschouwingen over Hoofdstuk III. Volgnummer 65. Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters. De heer APPELBOOM wenscht, op grond van zijn voorstel, dezen post met f 13.500.te verlagen. De heer KLUFT wil zijn stem vóór de stemming moti- veeren. Spr. verklaart zich vóór het voorstel, indien daardoor de diensttijd niet verlengd behoeft te worden. Ten einde hieromtrent zekerheid te verkrijgen, acht Spr. het beter, indien dit voorstel eerst in studie werd genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 436