9 APRIL 1924.
437
Het voorstel van den heer Appelboom om
dezen post met f 13.500.— te verlagen, daarop in
stemming gebracht, wordt verworpen met 11 tegen
9 stemmen.
Tegen: mevrouw Neve-Reintjes en de heeren Neve,
Bogmans, Kluft, Schrauwen, Pelster, Korteweg,
Moll, Cohen, Van Groenendael en Haaiman.
Voor: de heeren Van Sasse van Ysselt, Van
Luijtelaar, Cerutti, Zijlmans, Speyart van Woer
den, Hornix, Elich, Appelboom en Loomans.
De heer HAALMAN is zeer erkentelijk voor de vriendelijke
woorden van den Voorzitter, doch hij handhaaft zijn motie.
De VOORZITTER constateert, dat de heer Haaiman
dus wenscht, dat er regelmatig 4 overuren worden uitbetaald.
De Raad moge niet vergeten, dat hieraan groote kosten
verbonden zouden zijn.
De heer HAALMAN acht zijn motie niet zoo absurd
als blijkbaar wel gedacht wordt. De Raad heeft eenigen tijd
geleden namelijk een motie aangenomen, waarbij den Bur
gemeester verzocht werd, den diensttijd niet hooger op te
voeren dan tot 52 uur per week. Deze motie heeft de Bur
gemeester echter naast zich neergelegd. Spr. zal zijn motie
van thans direct terugnemen, wanneer de Burgemeester ver
klaart, de aangenomen motie te willen uitvoeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat de uitvoerbaarheid
van bedoelde motie technisch onderzocht dient te worden.
Dit kan eerst geschieden, wanneer de nieuwe commissaris
zijn functie zal aanvaard hebben. Bij het spreken over een
56-urige werkweek dient overigens niet vergeten' te worden,
dat de agenten na twee uur dienst, één uur rust hebben.