11 APRIL 1924. 451 De VOORZITTER: Er is nog niets gevraagd! U bent „plus papiste que le pape". Spr. vindt het thans niet het juiste moment daarvoor. Ook acht Spr. voor mevrouw Neve geen reden aanwezig om hare motie te handhaven. Mevrouw NEVE-REINTJESWanneer U zich bereid verklaart om subsidie te verleenen, dan wil ik mijn motie wel intrekken. De VOORZITTER: Dat kan ik niet verklaren, want er is immers nog niets gevraagd. Mevrouw NEVE-REINTJES trekt daarop hare motie in. De heer KORTEWEG vindt, dat men toch verschil moet maken tusschen een muziekvereeniging en een vereeniging tot bestrijding der tuberculose: laatstgenoemde is werkzaam in het belang van de gemeenschap. Spr. zou derhalve een bedrag willen uittrekken voor subsidieering van zoodanige vereenigingen. De VOORZITTER: Dat kan immers altijd nog gebeuren. Hiermede zijn de besprekingen over dezen post geëindigd. Volgnummer 105a. Kosten van schoolartsen. De heer VAN LUIJTELAAR zou, waar de overheid de kinderen dwingt school te gaan, in overweging willen geven voor het instituut schoolartsen een bedrag uit te trekken. De VOORZITTER antwoordt, dat de wensch van den heer Van Luijtelaar misschien de. instemming van het College heeft; het juiste moment om daaraan te voldoen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 451