li APRIL 1924. 457 De VOORZITTERDe Directeur kan daartoe een voor stel aan het College doen. Als er werkelijk ingrijpende grieven waren, dan zou het College allang een schrijven van de bouwcommissie ontvangen hebben. De heer KLUFTDe commissie kan toch niet over alle mogelijke klachten schrijven; dat moet haar voorzitter doen. De VOORZITTER zegt, dat, nu gebleken is, dat enkele leden der bouwcommissie grieven hebben. Burgemeester en Wethouders zich houden aanbevolen voor nadere opmer kingen. Volgnummer 127. Rosten ter zake van de Huurcommissiewei. De heer KORTEWEG vindt de kosten voor de gemeente te hoog. Spr. dringt er op aan, te onderzoeken in hoever zij verminderd kunnen worden. De VOORZITTER antwoordt, dat daarover correspon dentie is gevoerd met de huurcommissie. Er is vermindering verkregen en misschien gaat er nog meer af. De post wordt daarop onveranderd goedgekeurd. Volgnummer 137. Rosten van de bouwpolitie. De heer ZIJLMANS vraagt, of het juist is, dat voor de gemeentelijke volkshuisvesting een of meer ambtenaren in vasten dienst werkzaam zijn en zoo ja, waarom deze dan in vasten dienst zijn aangesteld, terwijl zij ongetwijfeld toch maar tijdelijk noodig zijn. De VOORZITTER meent, dat de door den heer Zijl mans bedoelde ambtenaren niet in vasten dienst zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 457