11 APRIL 1924. 467 gerenvoyeerd heeft, omdat het haars inziens een aangelegen heid betrof, welke alleen Burgemeester en Wethouders aan ging. Het is later voor de tweede maal in de bouwcommissie geweest, doch Spr. heeft altijd den indruk gekregen, dat het slechts een tijdelijke aanstelling gold. De VOORZITTER: Dat is ook volkomen juist. De heer ZIJLMANS wenscht stemming over dezen aan- vullingspost. De voorgestelde wijziging wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 12 tegen 7 stemmen. Tegenmevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren S p e y a r t van Woerden, Van Luijtelaar, Zijlmans, Neve, Schrauwen, Cohen, Van Sasse van Ysselt, Bog- mans, Loomans, Kluft en Haaiman. Voor: de heeren Pelster, Van Groenendael, Moll, Cerutti, Korteweg, Hornix en Appelboom. Hoofdstuk Uil. eigendommen niet voor den openbaren dienst bestemd. Wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd. Hoofdstuk Vlll. Ondermifs, kunsten en wetenschappen. De heer VAN LUIJTELAAR heeft in dit hoofdstuk noode een post gemist voor het geval, dat zekere dreigende maatregelen werkelijkheid zouden worden. Men zal begrijpen, waarop Spr. doelt. Wanneer n. 1. het zevende leerjaar wordt weggenepen en kinderen van 7 jaar zullen nog niet naar school kunnen gaan, dan zullen vele kleine en groote kinderen op straat zwerven. En nu luidt Spr.'s vraag: Moeten er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 467