11 APRIL 1924.
469
ingewonnen, waaruit hem is gebleken, dat het bereiken van
een idealen toestand op dit gebied inderdaad heel veel geld
zou kosten. Maar er is nog een heel verschil tusschen een
idealen toestand en heelemaal niets. Er zijn hier verschillende
particuliere lokalen in de stad, waarover de gemeente met
niet veel kosten de beschikking zou kunnen krijgen. En
daar men toch iets in die richting dient te doen, zal Spr.
straks bij de volgnummers 225 en 229 voorstellen, die posten
resp. met f 3000.— en f 1000.te verhoogen, zijnde f3000.
voor de jaarwedde van een vakleeraar en f 1000.voor
andere kosten, b. v. huur van lokalen. Men is dan tenminste
eenigszins op weg.
De VOORZITTER zegt, dat men het met den inhoud
van de motie-Haaiman eens kan zijn zooveel men wil
en Spr. neigt daartoe -het blijft evenwel de vraag, of het
wel goed is, dat een gemeenteraad een dergelijke motie
aanneemt. Kan ieder raadslid uitdrukkingen als „onbereken
bare schade" en „zware lasten" in dit verband verantwoor
den? Zou een uitvoerige voorbereiding daarvoor niet noodig
zijn en kan een gemeenteraad zich wel voldoende inwerken
in aanhangige wetsontwerpen; er zit daaraan dikwijls nog
veel meer vast. Spr. heeft reeds de vorige maal gezegd, dat
door slechts twee punten naar voren te brengen een ver
keerden indruk kan worden gevestigd. Spr. noemt in dit
verband als voorbeeld enkele andere punten in het wets
ontwerp voorgesteld welke men dan wel goed zou vinden-
Ten slotte rest nog de vraag; aan wiens stappen gaan wij
adhaesie betuigen? Aan de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten, maar, dat zijn wij zelf. Het lijkt Spr. dan ook
niet juist, als lid dier vereeniging, adhaesie te betuigen aan
een adres van zich zelf. Een en ander is oorzaak, dat Spr.
aanneming van deze motie moet ontraden.
Wat het gymnastiekonderwijs betreft, dit is een voorwerp
van de aanhoudende zorg van Burgemeester en Wethouders.
Spr. wil daarmede niet zeggen, dat in deze een goed resul-