476
11 APRIL 1924.
Daarop wordt de post goedgekeurd.
Volgnummer 263. Geringe en dagelijksche reparatiën van
gehuurde schoolgebouwen als bedoeld in art. 1619 B. 10.
De heer KORTEWEG wijst er op, dat men, door geen
post uit te trekken voor dagelijksche reparatiën, het bijzonder
onderwijs altijd in betaling heeft te kort gedaan.
De VOORZITTER: Het betreft hier gehuurde school
gebouwen en die heeft de gemeente niet. Wat de betaling
aan het bijzonder onderwijs aangaat, deze geschiedt krachtens
art. 101 der L. O.-wet om de driejaar. Deze driejaarlijksche
afrekening heeft echter nog niet plaats gehad. De zaak is
niet bij het afdeelingsonderzoek ter sprake gebracht, zoodat
Spr. dienaangaande gaarne nadere inlichtingen van den heer
Korteweg zal ontvangen.
Volgnummer 266. Aanschaffen en onderhouden van school
boeken, leermiddelen en schoolbehoeften.
De heer VAN LUIJTELAAR heeft bij de algemeene
beschouwingen van den Voorzitter vernomen, dat de cijfers
over 1922, betreffende de kosten van het aanschaffen en
onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbe
hoeften, nog niet zijn vastgesteld. Naar Spr. vernam, zouden
die kosten voor één school nagenoeg f 100.— per leerling
hebben bedragen. Spr. hoopt echter, dat Burgemeester en
Wethouders in de gelegenheid zullen zijn, dit cijfer aanzienlijk
omlaag te drukken. Er dient een andere regeling te worden
gemaakt. Spr. is zelf eenige jaren hoofd eener school geweest
te Amsterdam. Daar kregen de hoofden van scholen bij het
begin van het jaar een vast crediet, welk crediet niet dan
in zeer bijzondere omstandigheden mocht overschreden worden.
Wellicht is in dien geest ook hier iets te bereiken.