482 11 APRIL 1924. De heer KORTEWEG merkt op, dat volgens het jaar verslag over 1922 de kosten per leerling f 844.hebben bedragen. Uit dat verslag blijkt tevens, dat van de 45 leer lingen, die in 1922 waren ingeschreven, er slechts 19 te Breda gevestigd waren. De 26 leerlingen uit andere gemeenten hebben dus ruim f 24000.— gekost. Naar Spr's meening is Breda te klein om een dergelijk bedrag voor de buitenleer lingen uit te geven. Echter ook in verband met het geringe aantal Bredasche leerlingen, vindt Spr., dat het Gymnasium reusachtig veel geld kost. De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente in zake oprichting en instandhouding van het Gymnasium niet op eigen wieken drijft. Spr. geeft toe, dat het een zeer duur instituut is, doch hij acht niet den tijd gekomen om opheffing van het Gymnasium te bevorderen. Deze paragraaf wordt alsnu goedgekeurd. HOOFDSTUK VIII, 15. NIJVERHEIDSONDERWIJS. Uolgnummer 439. Subsidie scholen lager nijverheidsonderwijs. Den heer ZIJLMANS is het opgevallen, dat onder b en c van dit volgnummer subsidies zijn uitgetrokken voor twee R. K. Huishoudscholen. Spr. acht het niet in het belang van de gemeente, dat deze R. K. scholen gesplitst worden. Spr. ziet hierin een gevaar voor opdrijving van de kosten voor het nijverheidsonderwijs. Naast een neutrale vindt Spr. één specifiek R. K. Huishoudschool voldoende. Het gaat hier natuurlijk niet over den post van f 1.—, maar bij goedkeuring daarvan legt men zich in beginsel vast aan deze splitsing. Spr. vraagt, of de school in het Liefdegesticht in de Nieuw- straat van Rijkswege erkend is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 482