11 APRIL 1924.
485
kosteloos onderricht ontvangen, er 60 uit de buitengemeenten
afkomstig zijn. In verband met de aanzienlijke subsidie, welke
Breda aan deze school verleent, acht Spr. een dergelijken
toestand niet juist.
De VOORZITTER verklaart, dat de leerlingen uit de
buitengemeenten een hooger schoolgeld betalen. Over de
quaestie van het kosteloos onderricht is, naar Spr. meent,
reeds correspondentie door het bestuur met de buitenge
meenten gevoerd.
Deze post wordt daarop goedgekeurd.
Volgnummer 464. Kosten der Commissie in zake de
monumentenzorg
De heer NEVE vraagt, of deze post dient voor uitgaven
om, met beperking van het eigendomsrecht, oude geveltjes
te behouden.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze memorie-post
slechts het gevolg is van een raadsbesluit.
Deze post wordt alsnu goedgekeurd.
HOOFDSTUK IX, §1. ONDERSTEUNING AAN
BEHOEFTIGEN.
Volgnummer 478. Rosten van overbrenging, plaatsing
en verpleging van arme krankzinnigen.
De heer NEVE vraagt, waarom er één patiënt te Gheel
wordt verpleegd, terwijl alle andere lijders hier in Nederland
zijn geplaatst.
De VOORZITTER zal dit geval nader onderzoeken,