490 11 APRIL 1924. deze lijn voortgaande, meent Spr., dat thans tot verminde ring moet worden overgegaan. De heer APPELBOOM zegt, dat huren, welke niet door de Huurcommissie zijn goedgekeurd, als abnormaal worden beschouwd. De huurprijs wordt dan geschat. Spr. kan dan ook het bezwaar van den heer Haaiman tegen de tegen woordige regeling der opcenten niet deelen. De heer HAALMAN acht de opvatting van den heer Appelboom juist, voor zoover het dure panden betreft. De huren voor de huizen der woningbouwvereenigingen vallen echter buiten de competentie van de Huurcommissie. De heer APPELBOOM verklaart, dat laatstbedoelde huren bepaald worden naar het inkomen der bewoners. Den heer HAALMAN is dit ook bekend, doch hij vindt een huurprijs van 15van het inkomen juist veel te duur. De heer PELSTER zal deze aangelegenheid in nadere overweging nemen. Deze post wordt alsnu goedgekeurd. HOOFDSTUK XIII. DIENSTEN ALS AFZON DERLIJK BEDRIJF INGERICHT. 5. Uijdelijk trambedrijf. Volgnummer 602. Uitkeering aan het bedrijf wegens verlies. De heer ZIJLMANS acht het geraamde verlies veel te laag, te meer daar het bedrijf wel niet vóór het begin van het drukke seizoen gereorganiseerd zal zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 490