3 MEI 1924. 505 Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde ontheffing toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; b. dat, ter voldoening aan art. 5 der Woningwet, een teekening, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet houders ter goedkeuring worde aangeboden; C. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit, van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de verleende uitzon dering vervalt. 14. Adres van J. Pi ederiet, daarbij ontheffing ver zoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van de verbouwing van een pakhuis op het perceel aan de Karrestraat no. 20. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om op deze aanvraag afwijzend te beschikken. Dienovereenkomstig wordt besloten. 15. Schrijven van den Armenraad alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening en verantwoording over het dienstjaar 1923, vergezeld van de daarbij behoorende bescheiden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 505