3 MEI 1924.
509
tallige leerkrachten van de gemeente vergoed kregen, voor
datzelfde aantal en over heizelfde tijdvak in 1922 en 1923
nog de gemeentelijke vergoeding kunnen erlangen.
De bijzondere school aan de Bouwerijstraat kreeg over
1921 vergoed één boventallige leerkracht gedurende een voljaar;
de bijzondere school aan de Catharinastraat ontving over
1921 vergoeding voor 3 onderwijzers gedurende een voljaar
en 1 gedurende 9 l/3 maand, samen alzoo 45 l/s maand
de bijzondere school aan de Oude Vest kreeg over 1921
vergoed 1 boventallige leerkracht gedurende een voljaar.
Naar dezen maatstaf en mede in verband met Uw besluit
van 22 Februari j. 1. kan derhalve over het dienstjaar 1922
worden toegekend
aan de bijzondere school Bouwerijstraat vergoeding voor
1 boventallige leerkracht gedurende een voljaar
zijndef 2362.50
aan de bijzondere school Catharinastraat ver
goeding voor 2 boventallige leerkrachten gedurende
een voljaar, 1 voor 8 maanden en 1 voor 11 1 2
maand, samen 43 l/a maand, zijnde gelijk aan het
aangevraagde, of6609.70
aan de bijzondere school aan de Oude Vest,
vergoeding voor één boventallige leerkracht
gedurende een voljaar, zijnde gelijk aan het
aangevraagde bedrag, of 2458.31
Totaal f 11430 51
Anders staat het met de bijzondere school voor gewoon
lager onderwijs aan de St. Janstraat.
In 1921 was deze school, evenals onze openbare school
aan de Houtmarkt, eene M. U. L. O. school met 9 leerjaren.
Met ingang van 1 Januari 1922 werden deze scholen ge
splitst in eene U. L. O. school (zoogenaamde kopschool) en
eene school voor gewoon lager onderwijs. Er ontstonden
dus twee nieuwe geheel op zich zelf staande scholen, ieder
onder een afzonderlijk hoofd.