3 MEI 1924. 513 „localiteiten beschikbaar te hebbensommige kantoren voldoen „niet aan de meest eenvoudige eischenhet kantoor van „den gemeente-ontvanger kan bezwaarlijk in den tegenwoor- „digen toestand behouden blijvenbij wijziging van dien „toestand sta vestiging ervan in een brandvrij gebouw „voorop; dit laatste geldt ook voor het oud-archief, dat „thans ondergebracht is op eene wijze, waarvoor de ver antwoordelijkheid niet goed is te dragen. Den wethouders „ontbreekt nog steeds een eigen vertrek. De conciërgewoning „is gebrekkig. Naast deze bezwaren tegen den bestaanden „toestand worden tal van andere ondervonden, terwijl ver bouwing de gelegenheid zal geven, verschillende verbete ringen aan te brengen, welke een meer geregelden gang „der werkzaamheden zullen bevorderenhierbij denken wij „o. m. aan gewijzigde plaatsing van sommige bureaux en „eene verbeterde verbinding van het Stadhuis met het ten „Oosten gelegen dienstgebouw, welke verbinding op de „verdieping alles te wenschen laat. „Het ligt voor de hand, dat over een bekwame en ervaren „hand moet worden beschikt om de verschillende hier aan geroerde vraagstukken tot eene goede oplossing te brengen. „Te meer zijn bekwaamheid en ervaring eisch, wijl het „betreft verbouwing en aanpassing aan oude gebouwen - „moeilijker dan een geheel nieuwe bouw, welke zooveel „meer vrijheid van beweging geeft en voorts omdat de „financieele beperking, welke wij ons in de huidige omstan digheden moeten opleggen de taak te zwaarder maakt. „Bij het onderzoek naar den persoon, die naar onze „meening het meest in aanmerking moest komen ons bij te „staan in de aan Uw Raad te verstrekken voorlichting, „hebben wij ons met autoriteiten en ter zake kundigen ver staan. Mede de werkzaamheid van den Heer W. H a n- „rath, architect te Hilversum, ten aanzien van het Kasteel „van Helmond, dat op doeltreffende en fraaie wijze tot een „stadhuis werd herschapen, deed onze oogen op hem vestigen. „Zonder de gemeente te binden zijn wij met dien bekenden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 513