520 3 MEI 1924. dit werk worden n. 1. bekwaamheid en ervaring geëischt, welke die dienst geenszins in die mate bezit als men elders kan aantreffen en die men ook niet van haar kan en mag eischen. Men moet niet uit het oog verliezen, dat de Direc teur uit de genie is voortgekomen en dus van huis uit geen architect is. Er zijn dan ook bijna geen bouwwerken aan hem opgedragenzijn ervaring ligt elders. Het College heeft toen het oor te luisteren gelegd en veel goeds hooren ver kondigen van den architect Hanrath, die o. m. met zooveel kennis het oude Kasteel van Helmond heeft omgebouwd tot stadhuis. Zelfs door de eersten in den lande is zulks erkend o. a. de architect B er lage heeft zich vol lof over dit werk uitgelaten. Ook verder staat de heer Hanrath bekend als een bekwaam architect, die zijn sporen als zoodanig reeds verdiend had, dus niet alleen met den ombouw van het kasteel van Helmond, zooals de heer Bogmans zegt. Bur gemeester en Wethouders meenden dan ook in den heer Hanrath den persoon gevonden te hebben, die zij zochten, vooral daar deze werk levert in den trant, waarin het ge bouw oorspronkelijk is gebouwd, daarbij het moderne com fort aanpassend. Het is van uitnemend belang, dat die architect de gelegenheid heeft gehad zich in Stadhuis-eischen reeds te voren in te denken. Zij hebben zich geheel vrij blijvend tot hem gewend en hem verzocht een plan voor de verbouwing te ontwerpen. Het College heeft daarbij den steun gehad van de bouwcommissie, hetgeen blijkt uit een advies, waarvan Spr. voorlezing doet. Wat konden Burge meester en Wethouders, afgaande op dit advies, anders doen dan met het plan doorgaan? Ook naderhand, toen de tee- keningen gereed waren, is de bouwcommissie daarin gekend en heeft zij opnieuw gunstig geadviseerd, gelijk Spr. even eens voorleest. Eén lid maakte daarbij een restrictieoverigens vormde het advies een nieuwen krachtigen steun voor Bur gemeester en Wethouders. Thans wordt hier het een en ander in het midden gebracht. Zooeven heeft Spr. reeds gezegd, dat de directie van Open-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 520