3 MEÏ 1924. 521 bare Werken voor dit werk niet de aangewezen dienst is; zij zou het ook niet afkunnen, daar zij op het oogenblik is gezegend met zeer veel andere werkzaamheden. Nu heeft de heer Korteweg den wensch te kennen gegeven om een tweeden architect te hooren. Hij heeft echter geen aanmerking gemaakt op de teekeningen, waarbij rekening is gehouden met het in de toekomst verkrijgen van een aesthetisch geheel aan de zijde van de Sint Annastraat, wanneer daar eens wat meer uitzicht zal zijn gekomen, door slooping van eenige panden. Het bezwaar tegen het hooren van een 2den archi tect, is dit, dat er dan een prijsvraag uitgeschreven zal moeten worden, te welker beoordeeling men een jury zal moeten benoemen, want de raadsleden kunnen toch niet met hun eenentwintigen uitmaken, welk plan het beste is. Hierbij doen zich de volgende vragen voor: le is de zaak van zooveel belang om daarvoor een jury in het leven te roepen en 2e heeft men daar nog wel den tijd voor? Burgemeester en Wethouders hebben al bekeken, hoe met dien tijd te werk moet worden gegaanmen heeft dien tijd hard noodig, want anders vervalt het legaat door Mevrouw de Weduwe Oukoop aan de gemeente toegewezen, voor welke daad hier een woord van hulde past. Nu kan men er Burgemeester en Wethouders een verwijt van maken, dat zij de zaak eerst laat ter hand hebben genomen, maar zij hebben expres ge talmd met het oog op de hooge bouwkosten in voorafgaanden tijd; deze zijn thans zeer gedaald. Bovendien is er een ruime studie- en voorbereidingstijd noodig geweest eer Burgemeester en Wethouders met dit plan bij den Raad konden komen. Wat de kosten betreft, hebben Burgemeester en Wethou ders inderdaad de 1 '/2 ton, welke aanvankelijk voor de uitvoering van het werk werd geraamd, overschreden. Luxe wordt daardoor heusch niet verkregenhet betreft slechts verbeteringen, welke hard noodig zijn, doch waarmede wil men behoorlijk voor den dag komen de gevraagde gelden wel zullen zijn gemoeid, tenzij men wellicht de ver wachting mag koesteren, dat de ingezetenen, evenals die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 521