522 3 MEI 1924. van Rotterdam, van zooveel burgerzin zullen blijk geven, dat de inrichting en meubileering van de raadzaal door hen wordt geschonken. Het honorarium van den architect zal 6 a 7°/„ van de bouwkosten bedragenvastgesteld is het echter nog niet. De heer Zijl mans wenscht, dat bestek en teekeningen, voordat de aanbesteding plaats heeft, aan den Raad ter goedkeuring worden aangeboden. Het is volkomen juist, dat zulks tot op heden niet altijd gebeurde. Burge meester en Wethouders hebben zich te dien aanzien op het standpunt gesteld, een en ander aan de goedkeuring van den Raad te onderwerpen als deze zich zulks voorbehoudt. Het College heeft dit systeem van het vorige overgenomen. De heer ZIJLMANSVroeger had altijd eerst goed keuring van bestek en teekeningen door den Raad plaats. Ik zou dat goede gebruik gaarne willen zien hersteld. De VOORZITTER, voortgaande, zegt, dat, wanneer het werk door den dienst van Openbare Werken wordt uitge voerd, er dan een grondige versterking van krachten bij dien tak van dienst zal moeten komen. Reeds nu klaagt de Directeur over gebrek aan personeel, zooals den Raad be kend is. Ook zal een opdracht aan den Directeur zeer in den tijd ingrijpen, afgezien nog van het feit, dat hij het alreeds zeer volhandig heefteen dergelijke opdracht zal hem deswege niet zeer welkom zijn. De heer HORNIX De Directeur wenscht zelf het plan te maken 1 De heer ELICH Hij is er zelfs bijzonder op gesteld. De VOORZITTER Daaromtrent is het College voor het oogenblik niets bekend. Spr. blijft de meening toege daan, dat het den Directeur ook aan tijd zal ontbreken. Hoe het evenwel zij, de heer Hanrath is een man van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 522