524 3 MEI 1924. De heer KLUFT wenscht, naar aanleiding van het feit, dat de Voorzitter zoo pertinent den steun van de bouwcom missie in deze op den voorgrond heeft gesteld, op te merken, dat de bouwcommissie waarvan 1 lid afwezig was onder pressie heeft gehandeld. Men zeide, dat, wanneer het werk niet op tijd was uitgevoerd, de bouwcommissie later de schuld zou krijgen. Den heer Hanrath is buiten mede weten van de commissie door Burgemeester en Wethouders opdracht verstrekt tot het maken van een plan met teeke- ningen. Eerst over dat plan is de commissie later gehoord. Burgemeester en Wethouders hebben in deze gefraudeerd! De VOORZITTER: Gefraudeerd? De heer KLUFTJa zeker, gefraudeerd. Want, toen de commissie indertijd weigerde te adviseeren over het indienst- nemen van tijdelijk en los personeel, heeft Wethouder Pel ster met de verordening in de hand aangetoond, dat de bouwcommissie daarover wel degelijk advies moet uitbrengen, terwijl Burgemeester en Wethouders in dit geval de op dracht aan architect Hanrath niet het advies dier commissie hebben ingewpnnen. Dat Spr. met de teekeningen kon medegaan, spreekt vanzelf, daar deze door een specialist zijn ontworpen en Burgemeester en Wethouders, die in zake de indeeling het best op de hoogte zijn, daarin de door hen gewenschte wijzigingen hebben doen aanbrengen. De heer VAN LUIJTELAAR zegt, dat men als raadslid geen bezwaar kan hebben tegen het plan zelf, zoo deskundig is men te dezer zake niet. Men kan dan ook alleen bezwaar maken tegen de kosten en den persoon, aan wien het werk wordt opgedragen. Wat de kosten betreft, is het te bejam meren, dat den architect niet is gezegd een plan te ontwerpen binnen de aanvankelijk gestelde grenzen (f 150.000). Voorts betreurt Spr. het, dat men den Directeur van Openbare Werken niet een jaar te voren een plan heeft laten uitwerken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 524