526
3 MEI 1924.
daardoor, volgens Spr., het idéé, dat er aan ten grondslag
ligt, geheel verloren.
De VOORZITTER antwoordt, dat men dan niet komt
tot een waardig geheel. Men moet bij een verbouwing als
de onderhavige niet op een 20 a 30 duizend gulden zien.
Met den bouw van het ontvangerskantoor kan niet worden
volstaan; men kan niet buiten de vleugels. Nu kan men wel
zeggen: „Beperkt U tot de aanvankelijk aangegeven grenzen
van f 150.000.maar dan zal men de fraaie afwerking,
welke het voorgelegde plan aangeeft, moeten missen.
De heer PELSTER meent, dat het de bedoeling van
Mevrouw O u k o o p is geweest, dat het legaat in de eerste
plaats zou worden besteed voor een nieuwe raadszaal en
niet voor den bouw van een dienstgebouw, zooals de heer
Schrauwen voorstelt.
De VOORZITTER merkt nog op, dat, wanneer men
op het plan f 40.000.moet gaan bezuinigen, zulks weer
tijdverlies medebrengt.
De heer ELICH verzoekt thans zijn voorstel in zake het
verstrekken van een opdracht aan den Directeur van Open
bare Werken naast het plan-Hanrath in stemming te
brengen.
De heer ZIJLMANS vraagt nog, of de totale kosten
beneden de 2 ton zullen blijven.
De VOORZITTER verwijst daarvoor naar de stukken.
Met de uitvoering van de voorgelegde plannen zullen een
crediet van f 130.000.— het legaat-Oukoop gemoeid zijn.
De heer HORNIX wenscht de stemming over dit voorstel
uit te stellen, totdat beslist is aan wien het werk zal worden
opgedragen.