534 3 MEI 1924. bestaande steunregeling voor werkloozen te doen beëindigen met ingang van 5 Mei a. s., luidende als volgt: „Het mag als een gunstig verschijnsel worden aangemerkt, „dat het aantal werkzoekenden in deze gemeente gestadig „afneemt en de algemeene toestand thans beter is dan op „hetzelfde tijdstip van 1923. „Volgens de thans geldende regeling komen op dit oogen- „blik nog slechts 18 personen voor steun in aanmerking. „In de werkverschaffing te Chaam zijn nog 87 arbeiders „werkzaam; het ligt intusschen in onze bedoeling deze ge degenheid tot werkverschaffing nog eenigen tijd voort te „zetten. „Op grond van deze verminderde werkloosheid meenen „wij, ook na ingewonnen bericht van de commissie van „advies voor de werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling, dat het gewenscht is de bestaande steunverleening „aan werkloozen stop te zetten. „In overeenstemming met het voorstel dier commissie „hebben wij de eer U derhalve in overweging te geven, „de bestaande steunregeling met ingang van 5 Mei a. s. te „doen beëindigen, met dien verstande, dat geen nieuwe „steunaanvragen meer in behandeling zullen worden genomen „en onder bepaling, dat voor de thans nog in aanmerking „komende personen voor zoover deze gehuwd of kost- „winner zijn de regeling zal blijven gelden tot na afloop „van den termijn, bedoeld in de artikelen 18 en 19 van de „indertijd door Uwen raad vastgestelde regeling." De heer COHEN zou met het oog op het late uur de behandeling van dit punt tot een volgende vergadering willen aanhouden en middelerwijl de bestaande steunregeling willen voortzetten. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks geld kost. Een dergelijke handeling zou niet in het belang van de gemeen schap zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 534