538 3 MEI 1924. De VOORZITTER zegt, dat dit punt reeds in besloten vergadering is afgedaan. 26. Voorstel van Wethouder Moll, om de werklieden, bij de werkverschaffing werkzaam, te verplichten zich tegen werkloosheid te verzekeren, luidende als volgt „In aansluiting op het voorstel tot stopzetting der steun- „regeling en om te voorkomen, dat in het najaar wederom „spoedig zal moeten worden overgegaan tot het in het leven „roepen eener nieuwe steunregeling, heb ik de eer Uwen „Raad voor te stellen, dat na 15 Mei a.s., zoowel de per sonen, die vóór als ook na dien datum bij de werkver schaffing der gemeente werkzaam zullen zijn, verplicht zijn „zich te verzekeren tegen werkloosheid, door welken maat- „regel m. i. een belangrijke bezuiniging op de kosten voor „werkloosheidsbestrijding, hoewel niet direct, doch zeker in „de toekomst zal worden verkregen. „Ongetwijfeld zal Uwen Raad het met mij eens zijn, dat „al het mogelijke moet worden gedaan, om, nu de tijdsom standigheden gunstiger zijn, de menschen er van te door dringen, dat het niet aangaat bij werkloosheid zich onmid dellijk te beroepen op de gemeente, doch dat zij op de „eerste plaats zelf moeten zorgen om in betere tijden een „offer te brengen, ten einde daarvan in slechtere tijden te „kunnen profiteeren. „Het kan toch voorkomen en in deze richting wordt „onzerzijds gewerkt dat wegens opleving in het vrije „bedrijf de werkverschaffing in de toekomst wellicht kan „worden beëindigd. De arbeiders, die dan in de particuliere „bedrijven zijn 'ondergebracht, zouden bij eventueele werk loosheid zich niet onmiddellijk om steun behoeven te wenden „tot de gemeente, doch zouden in aanmerking komen voor „uitkeering uit de werkloozenkas, hetgeen een belangrijk „voordeel zal zijn voor de gemeente. „Reeds is er bij verschillende gemeentebesturen een streven „waar te nemen, om de aansluiting bij de werkloozenkassen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 538