5 JUNI 1924.
563
groot gevaar oplevert. Nu komen diverse middenstandsver-
eenigingen vragen om de autobussen weer door die straten
te laten rijden, omdat hun belangen daarmede gebaat zouden
zijn. Men moet daarbij echter eens bedenken, dat er nog
meer middenstanders in Breda wonen dan alleen in de Rid
der-, Eind- en Ginnekenstraat en wel in het westelijk stads
deel, dat van alle verkeer is afgesloten. Spr. vraagt, of het
daarom niet beter zou zijn om de autobussen ook eens langs
andere wegen te doen rijden, b. v. langs Fellenoord- en
Leuvenaarstraat.
De heer FEBERDat willen zij niet
De heer HORNIX merkt op, dat de Voorzitter blijkbaar
zeer veel waarde hecht aan het advies van den Commissaris
van Politie. Zal hij echter vraagt Spr. zich af daaraan ook
zooveel waarde hechten, wanneer de motortram gaat rijden
De toestand zal dan toch nog veel gevaarlijker worden. De
particuliere autobusmaatschappijen, die zich in de sympathie
van een groot deel der burgerij mogen verheugen, zullen
tengevolge van de door Burgemeester en Wethouders ge
nomen maatregelen moeten opdoeken. Het zou echter zeer
te betreuren zijn, wanneer deze ondernemingen door oneer
lijke concurrentie te niet moesten gaan.
De heer COHEN kan het zich zeer goed indenken, dat
de Commissaris van Politie een dergelijk advies geeft. Spr.
heeft zelf herhaaldelijk geconstateerd, hoe gevaarlijk het rijden
met autobussen door de smalle straten van de binnenstad is,
Het is dan ook van groot belang, dat die middelen van
vervoer uit een oogpunt van veiligheid uit de binnenstad
geweerd worden. Spr, zou er ook niets tegen hebben, wan
neer een dergelijke maatregel werd genomen ten aanzien
van de vrachtauto's.
De heer APPELBOOM is van meening, dat, wanneer