570 5 JUNI 1924. verontreiniging van den bodem en ten aanzien van den mestbak; e. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet een teekening in drievoud, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burge meester en Wethouders ter goedkeuring worde aangeboden dat, wanneer binnen vier maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden, de verleende uitzon dering vervalt. 16. Adres van J. Beterams, daarbij ontheffing ver zoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van den bouw eener timmermanswerkplaats op het perceel aan de Dieststraat, hoek Leuvenaarstraat. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de ge vraagde ontheffing toe te staan onder de volgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; C. dat de werkplaats niet van bestemming ver- andere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; d. dat ter voldoening aan art, 5 der Woningwet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 570