5 JUNI 1924.
581
gerust aannemen, indien de Pinksterdrukte voorbij is, dat
dan het aantal wel vermeerderd zal worden.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb zoo juist gezegd, dat wij
er ook voor zijn, dat de menschen normaal werk zoeken en
dat zal aan de gemeente ten goede komen. Maar dan heeft
de gemeente ook den moreelen plicht om te zorgen, dat
dergelijke huishoudens zich eenigszins staande kunnen houden
en dan vraag ik mij toch afkunnen zij dat met een loon
in 4 dagen werken, indien zij in accoordloon werkzaam zijn
met ten hoogste f 12.verdiensten? De meesten kunnen dat
niet halen. Loonen van 8, 9, 10 en 11 gulden zullen er ge
noeg zijn en dan diegenen, die in garantieloon staan, ver
dienen met allebei hun handen acht heele guldens. Is het
niet een schande, dat een gemeente als Breda aan haar
werklooze arbeiders, die op de hei werken 8 gulden durft
uit te betalen? Maar het schijnt, dat de meerderheid van
het College van een klein geruchtje niet bang is; want zij
stelt zelfs nu voor om de werkverschaffing geheel en al
stop te zetten op 19 Juni a. s.
Wat toch is het geval met deze zaak? De stopzetting der
werkverschaffing is geen voorstel, dat het College nu pas
uitgedacht heeft. Heeft het College geen plannen gehad om
bij de behandeling der begrooting te komen met dit voorstel
Maar ik geloof, dat het toen lont geroken heeft en daarom
heeft het dit punt aangehouden. Dus op 5 April wilde het
College er mede komenop 3 Mei vergaderde deze Raad
en wordt het besluit genomen om de steunregeling stop te
zetten op voorstel van Burgemeester en Wethouders; dat
was s Zaterdags. Op Maandag 5 Mei neemt de meerderheid van
het College het besluit om 4 dagen te laten werken daar viel dus
slechts een Zondag tusschen. Wist nu het College op 3 Mei niet,
dat zij op 5 Mei dat besluit zou nemen Ik mag toch aan
nemen van wel. Was het dan niet de plicht geweest van het
College om zulks aan den Raad mede te deelen op 3 Mei?
Doch zulks is opzettelijk gebeurd om de stopzetting der
steunregeling er doorheen te halen. Ook toen weer op 3