5 JUNI 1924.
583
De heer NEVE becritiseert enkele punten van de nota
van antwoord van Burgemeester en Wethouders. Deze
stellen zich daarin volgens Spr. op een willekeurig stand
punt. De meening en de wenschen van den Raad worden
door Burgemeester en Wethouders telkenmale genegeerd.
De VOORZITTER: Daar kunt U nog niet veel last
van hebben gehad
De heer NEVE vindt, dat de afschaffing van den Vrijdag
en den Zaterdag als werkdagen op een zeer eigenaardige
wijze verdedigd wordt. Moeten die menschen dan gedurende
2 dagen niet eten? Tegenover het motief van Burgemeester
en Wethouders, dat de werkverschaffing niet productief is
voor de gemeente, merkt Spr. op, dat zulks niet altijd
noodig is. Het gebeurt toch immers vaak, dat er uit de
gemeentekas gelden gegeven worden, welke geen rente op
brengen. Voorts is het College van meening, dat er reden
voor de gemeente bestond om hare financiën ter beschikking
te stellen, zoolang de werkloosheid een massaal karakter
droeg, dat wil volgens Spr. zeggentoen de groot-industrie
noodlijdend was. Nu daarin verbetering is gekomen, achten
Burgemeester en Wethouders financieelen steun van de zijde
der gemeente niet meer noodig. Spr. vindt, dat de argu
menten, welke Burgemeester en Wethouders voor de stop
zetting aanvoeren, een omgekeerde strekking hebben.
De heer ZIJLMANS is het volmaakt eens met Burge
meester en Wethouders, dat thans het oogenblik is gekomen
om de werkverschaffing stop te zetten. Het is nu de juiste
tijd om werk te zoeken. Ieder zal er van overtuigd zijn, dat
er werkloozen zijn, die zulks niet serieus doen; tengevolge
van deze stopzetting zullen zij zich daartoe gedwongen zien.
Ook denke men aan de belastingbetalers, die het in deze
tijden zwaar te verantwoorden hebben en wien men het nog
niet zwaarder mag maken dan strikt noodig is. Spr. geeft