22 FEBRUARI 1924.
59
dier administratie over het dienstjaar 1922, vergezeld van de
daarbij behoorende bewijsstukken.
De VOORZITTER stelt voor, deze rekening met bijlagen
tot onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie
van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
Raad, dat de Voorzitter die commissieleden zal aan
wijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de
heeren Cerutti, Kluft en Korteweg.
8. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
d.d. 30 Januari 1924, G. n°. 324, waarbij naar aanleiding
van de adressen van beroep van een viertal besturen van
bijzondere scholen in zake de toepassing van art. 100 der
der Lager Onderwijswet 1920 met vernietiging van het raads
besluit van 27 Juli 1923, de gemeentelijke vergoeding over
1921 wordt vastgesteld voor de bijzondere M. U. L. O.
school in de Catharinastraat op f 7370. voor de Christelijke
M. U. L. O. school in de Nieuwstraat op f 1596.35, voor
de Diaconieschool aan de Oude Vest op f 2362.50 en voor
de bijzondere M. U. L. O. school in de Bouwerijstraat op
f 1653.30.
Bij deze beschikkingen is gevoegd het volgend voorstel
van Burgemeester en Wethouders, om van die beslissingen
in hooger beroep te gaan bij de Kroon, luidende
„Blijkens de hierbijgevoegde beschikkingen van Gedepu
teerde Staten dezer provincie zijn, met vernietiging van het
„raadsbesluit van 27 Juli j.l., de bedragen van de in art. 100
„der L. O. wet 1920 bedoelde gemeentelijke vergoedingen
„ten aanzien van de daarin genoemde bijzondere scholen
„over het jaar 1921 vastgesteld op de sommen als in die
„besluiten zijn aangehaald.
„Het gevolg dezer beslissingen is, dat de gemeente Breda
„over 1921 zal hebben te betalen: