18 JANUARI 1924
5
C. J, KLUFT, N. J. H. VAN GROENENDAEIA.
SCHRAUWEN, H. J. MOLL, B. COHEN, F. P. J. A.
APPELBOOM, TH. P. ELICH, F. F. X. CERUTTI,
Jhr. Mr. L. J. M. VAN SASSE VAN YSSELT, C. TH.
BOGMANS, A. W. ZIJLMANS, H. J. H. HORNIX, W.
J. A. LOOMANS, Mr. E. L. M. H. Baron SPEYART
VAN WOERDEN en J. H. A. VAN LUIJTELAAR.
Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en houdt de
volgende redevoering
Toen ik in de eerste vergadering van het vorige jaar den
Raad toewenschte, dat 1923 verlichting zou brengen in ge
meentelijke en huiselijke zorgen, deed ik zulks ten aanzien
van een college, dat in den loop van het jaar eene zeer
belangrijke verandering zou ondergaan. Niet minder dan een
derde deel van den Raad werd vervangeneen daarmede
overeenkomstige wijziging onderging het dagelijksch bestuur.
Kunnen wij niet een terugblik werpen op in het geëindigde
jaar samen volbrachte werkzaamheden, er is zeker niet minder
aanleiding dan anders, uiting te geven aan mijn hartelijke
nieuwjaarswenschen, welke ik voor dezen Raad de eerste
maal mag uitspreken. Die wenschen gaan naar U uit als
raadslid, als behartiger van onze gemeentelijke belangen,
wien het een vreugde zal zijn mede te werken aan elke
handeling, welke Breda en haar inwoners ten nutte zal zijn
ook bedoelen zij te doen blijken van mijn verlangen, dat het
U in Uwe persoonlijke omgeving, in huiselijken kring en
particuliere werkzaamheid, goed moge gaan. Zij zijn een
weerklank van de belangstelling, die ik met de intrede van
dit jaar van U, van de dienaren der gemeente, van de
burgerij in ruime mate mocht ondervinden, eene belang-