24 JUNI 1924. 601 Daartegenover staat natuurlijk voor Breda wel weer het voordeel van goedkoop vleesch. Spr. is echter van meening, dat ook deze zaak in overweging dient te worden genomen en dringt er bij Burgemeester en Wethouders op aan, dit punt heden van de agenda af te voeren en deze aangele genheid nog eens nader te bezien. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Haaiman aan dit voorstel een belangrijk onderwerp vastknoopt, dat thans niet aan de orde is. Uit slagerskringen is daaromtrent nog geen klacht vernomen. Als het evenwel mocht blijken, dat de tot nu toe gevolgde regel in strijd is met de billijk heid, dan moet daarin verandering komenzulks lijdt geen twijfel. De zaak, waar het hier om gaat is echter deze, dat door den N. C. Boerenbond, die zeer veel steun verleent aan den Vleeschkeuringsdienst, veel vervoer van noodslach- tingen naar Breda geschiedt. De eigen dienst is daar zeer mede gebaat, daar de werkzaamheden er zeer door worden vereenvoudigd en men anders had moeten overgaan tot in standhouding en oprichten van meerdere gebouwtjes elders. Voor de voorgestelde wijziging is veel aan te voeren; de dienst loopt vlugger en er is ook een erkenning van billijk heid tegenover den Boerenbond in gelegen. Met betrekking tot de kas van het bedrijf maakt deze wijziging geenszins een hinderlijk verschil uit. De heer Haaiman wenscht eerst de uitkomsten van den dienst over 1923 te zien, daarvan zal het afhangen, of hij zijn stem aan dit voorstel kan geven. Wanneer de rekening inderdaad een aanmerkelijk voordeelig saldo zal aanwijzen, dan zal men moeten komen tot verlaging van de keurloonen. Spr. wenscht dit voorstel echter geheel los te zien beschouwd van voormelde rekening en de andere punten, door den heer Haaiman aangeroerd, wijl het is gebaseerd op billijkheidsgronden.. De heer ELICH heeft in de toelichting van dit voorstel gelezen, dat, in samenwerkieg met het bestuur van den kring

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 601