606 24 JUNI 1924. De Directeur berekent dit verschil op f 500. terwijl het door den heer Feber slechts op f 180.wordt geraamd. Spr. stelt zich op het standpunt, dat aanschaffing van een auto ten behoeve van den Vleeschkeuringsdienst niet noodig is. De heer APPELBOOM sluit zich aan bij het betoog van den heer Hornix. Gezien het feit, dat de kosten aan het huren van een auto verbonden aanzienlijk zijn gedaald, zou Spr. in ernstige overweging willen geven, om nog eens een jaar af te wachten, of de kosten dan misschien nog niet meer gedaald zullen zijn, te meer omdat nu met uitzondering van Zundert en Leur de noodslachtingen naar hier zijn overgebracht. Dit zal voor de directie een aansporing zijn om zoo spaarzaam mogelijk van een auto gebruik te maken. Voorts wijst Spr. er op, dat hoe eerder men een auto aan schaft, des te gauwer men weer een nieuwe auto noodig zal hebben. Daarbij komt, dat de noodslachtingen te Zundert niet zoo talrijk zijn; in het afgeloopen jaar werden daar 16 runderen en 5 kalveren uit nood geslacht, het aantal nood slachtingen te Leur is Spr. niet bekend. Nu weet Spr. niet, ot de Directeur zelf daar heen moet, maar, wanneer dat inderdaad het geval is, dan is dat hoogstens 21 maal per jaar. Dan komen daar nog bij enkele conferenties met bur gemeesters, doch Spr. gelooft wel, dat hij een en ander wel per fiets of per trein kan afdoen. Spr. wil nog eens een jaar afwachten, alvorens in deze een beslissing te nemen. De heer COHEN vraagt, of Burgemeester en Wethouders in de laatste dagen geïnformeerd hebben, hoeveel het auto vervoer per K. M. kost. Hem is n. 1. ter oore gekomen, dat het tarief sinds korten tijd aanmerkelijk is gedaald. Voorts wijst Spr. er op, dat de Directeur zelf erkent, dat in het overzicht over het laatste halfjaar een abnormale maand voorkomt, zoodat Spr. vertrouwt, dat, nu weer normale toestanden heerschen, het gebruik van een auto nog meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 606