24 JUNI 1924.
611
in de Gascommissie, den heer Schrauwen, een verklaring
af te leggen. Toen eenige maanden geleden deze zaak in
de Gascommissie werd behandeld, heeft Spr. den voorzitter,
den heer Feb er, herhaaldelijk gevraagd, of die becijfering
een voorstel van Burgemeester en Wethouders was. De heer
F eb er heeft die vraag steeds ontkennend beantwoord.
Later is Spr. uit de adressen gebleken, dat het wel een
concreet voorstel van Burgemeester en Wethouders betrof.
De heer Schrauwen en Spr. wenschen geenszins het ge
organiseerd overleg den nek om te draaien en daarom zullen
zij den Raad voorstellen het oorspronkelijk voorstel van
Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
De heer KLUFT vraagt zich af, of het wel in den haak
is om losse arbeiders, die eigenlijk na eenigen tijd in vasten
dienst moeten overgaan, gedaan te geven. Dat zij na verloop
van tijd geen vaste aanstelling hebben gekregen is een verzuim
geweest van de directie of anderzijds. Voorts zegt Spr. het
te betreuren, dat nu ook de gemeente door dit ingrijpen den
indruk wekt alsof menschen van 50 jaar ongeschikt zouden
zijn om arbeid te verrichten. Men ziet deze opvatting eveneens
gehuldigd in het particulier bedrijf. Het is dan ook de moei
lijkste leeftijd om werk te krijgen. Toen indertijd de kwestie
van den ombouw hier behandeld werd, is er op gewezen,
dat de toestand in de Gasfabriek voor het personeel levens
gevaarlijk was. Spr. geeft dat volkomen toe en daarom komt
den stokers in plaats van met 3 a 4 gulden per week naar
huis gestuurd te worden een woord van lof toe. Zij hebben
jarenlang in een verstikkenden damp hun werk gedaan en
vaak kwamen zij met verbrande kleeren uit de fabriek. Spr.
stelt voor, hen in plaats van 15 °/o» 30 °/0 van het laatstge
noten loon uit te keeren.
De heer NEVE heeft na hetgeen de vorige sprekers ge
zegd hebben niet veel meer in het midden te brengen, alleen
wil hij even opmerken, dat men het hart in de keel voelt