24 JUNI 1924. 619 de directeur zijn ontslag neemt uit deze zeer behoorlijk ge salarieerde functie. Dat de directeur aan andere aanbiedingen gehoor heeft gegeven, houdt, naar ik weet, verband met zijn geest van initiatief, die tegenkanting vond bij een zijde, waar men steun moest verwachtenhet Staatstoezicht heeft wel het tegendeel van waardeering aan den dag gelegd voor hetgeen hij met vermijding van hooge kosten wist te bereiken tot groote tevredenheid van het district, hetwelk tientallen gemeenten omvat, die onlangs in vergadering bijeen daaraan uiting gaven. Ook het district betreurt het, dat deze directeur zijn zetel verlaat. Daarop wordt conform het voorstel van Burge meester en Wethouders besloten. 15. Voorstel van het College van Curatoren van het Gymnasium, tot definitieve benoeming met ingang van 1 September a. s. van de tijdelijke leeraressen aan die inrichting, mej. A. G. Mor ha us en mej. J. Th. van Ko nijnenburg. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 16. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij onder overlegging van het advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs en van het ingewonnen bericht van het hoofd der school, ter voorziening in de twee vacatures van onderwijzeres aan de openbare lagere school aan de Keizerstraat, ter benoeming voordragende a. Ie. mej. A. P. E. Kriens, wachtgeldster te Breda; 2e. mej. L. Kockelmann, onderwijzeres te Seppe; 3e. mej. H. J. van Riemsdijk, tijdelijk onderwijzeres te Breda. h. Ie. mej. L. Kockelmann, onderwijzeres te Seppe;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 619