24 JUNI 1924.
625
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
dachten, dat dit voorstel geen moeilijkheden zou baren. Spr.
verklaart zich evenwei bereid, de verschillende opmerkingen
onder de oogen te zien, doch komt op tegen de reeks van
uitdrukkingen door den heer H o r n i x gebezigd alsspits
vondige wijze, bewandelen van zijwegen, gechicaneer; daar
voor was absoluut geen reden.
De heer KLUFT merkt nog op, dat, wanneer dien men-
schen de over 1920 gestorte gelden niet worden terugge
geven, zij de eenigste leeraren bij het ambachtsonderwijs in
Nederland zijn, die daarvan geen restitutie hebben gekregen.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop be
sloten de behandeling van deze zaak tot een volgende
vergadering aan te houden.
21. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op
het adres van H. C. Baijings, verzoekende wederinhuur
van de woning aan de Sophiastraat no. 10.
De heer HORNIX zegt, dat voor zoover hem bekend is,
belanghebbende niet in kennis is gesteld met de huurvoor
waarden. Spr. zou daarom willen verzoeken zulks alsnog te
doen en de behandeling van deze zaak aan te houden, ten
einde de raadsleden in de gelegenheid te stellen om te on
derzoeken, of een huurprijs van f 700.— niet te hoog is.
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Baijings
reeds sedert eenige jaren in dat huis woont tegen een huur
prijs van f 700.—, zonder ooit daartegen in verzet te zijn
gekomen. Spr. begrijpt dan ook de royale bui van den heer
Hornix niet.
De heer HORNIX vindt het onbillijk, dat deze huurprijs
verband houdt met het salaris van belanghebbende, terwijl