62 22 FEBRUARI 1924. Het gaat hier over de toepassing van art. 100 der Lager Onderwijswet, zooals dat artikel luidde vóór de wijziging bij de wet van 23 Februari 1923. De strekking van die wets wijziging was geen andere, dan om de interpretatie, welke aan dat artikel gegeven werd, wettig te maken. In hun brief aan Gedeputeerde Staten van 29 October 1923 verwijzen Burgemeester en Wethouders naar hetgeen bij de behandeling van het nieuwe artikel 100 in de Tweede Kamer, in het bijzonder door het Kamerlid Gerhard, is gezegd. Maar dat was op het einde van 1922. Eerst toen is die interpretatie aan het licht getreden. In geen geval wist men in 1921 het jaar waarover het hier gaat hoe de woorden „even zoo veel" moesten worden uitgelegd. Spr. acht het ook in strijd met de flnanciëele gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs, indien de Gemeente raad niet aan het verzoek der schoolbesturen zou voldoen. Op 15 Januari 1921 telde de openbare M. U. L. O. school 410 leerlingen met 19 leerkrachten, waarvan 6 boventallige; de Chr. M. U. L. O. school in de Nieuwstraat met 172 leerlingen krijgt geen enkele boventallige leerkracht vergoed. De open bare school aan de Kloosterlaan met 183 leerlingen had in 1921 2 boventallige leerkrachten; de Diaconieschool aan de Oude Vest met 121 leerlingen krijgt geen enkele boventallige leerkracht vergoed. Spr. vindt die verhouding niet juist. Zeer terecht merken Gedeputeerde Staten op, dat het artikel moet worden toegepast niet, zooals het had behooren te luiden, maar zooals het luidt. Waar nu de kwestie van twee zijden is bekeken, meent Spr. dat men op den goeden weg is en dat de Raad zich bij de beslissing van Gedeputeerde Staten behoort neer te leggen en niet tegen zijn eigen beter besluit moet ingaan. Wel kost het Spr. eenige moeite, in verband met de bezuiniging dit geld uit de gemeentekas te zien verdwijnen, doch het is hier een kwestie van wet. Den heer HORNIX komt het eenigszins vreemd voor, dat Burgemeester en Wethouders met dit voorstel voor den dag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 62