24 JUNI 1924.
637
kracht te verklaren? Zijn er geen menschen, die voor steun
in aanmerking komen, dan kost het ook niets.
De VOORZITTER kan daar thans niet nader op ingaan
Spr. beschikt nu niet over de noodige gegevens. Hij weet
echter wel, dat het huidig aantal werkloozen miniem is.
Voorts legt Spr. er den nadruk op, dat men bij deze kwestie
ook de financieele zijde van de zaak onder de oogen moet
zien.
De heer MOLL staat tegenover deze zaak eenigszins
anders dan de meerderheid van het College. Spr. kan zich
ermede vereenigen, dat de adressen in handen van Burge
meester en Wethouders worden gesteld om prae-advies, mits
er op het oogenblik iets voor die menschen gedaan wordt.
Spr. meent zich derhalve te moeten aansluiten bij het denk
beeld van den heer Cohen en wordt in die meening nog
versterkt doordat hij weet, dat op 26 Juni a. s. door een
firma hier ter stede 70 arbeiders zullen worden ontslagen.
Wanneer dus a. s. Vrijdag de werkverschaffing onder Chaam
wordt stopgezet, zullen er helaas weer werkloozen genoeg
in Breda zijn. Spr. staat nog steeds op het standpunt, dat
er van overheidswege iets moet worden gedaan; hij kan er
niet aan medewerken, die. menschen zonder meer op straat
te zetten en is er dan ook voor, om, in afwachting van het
prae-advies van Burgemeester en Wethouders, de oude
steunregeling wederom van kracht te verklaren.
De heer FEBER: U vraagt maar niet naar de middelen.
De heer COHENDat doet U ook niet, wanneer het
in Uw kraam te pas komt, b. v. bij het trambedrijf.
De VOORZITTER stelt voor, eerst in stemming te bren
gen het voorstel om de adressen zonder meer in handen
van Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-advies.