642 24 JUNI 1924. Hiermede zijn de besprekingen over deze zaak geëindigd. 30. Schriftelijke, tot Burgemeester en Wethouders gerichte vraag van het raadslid P. Haaiman, luidende: „Is Uw „College bereid in deze of de volgende openbare raadsver gadering volledige mededeelingen te doen van datgene, wat „sinds December j. 1. in zake het beleid van het tijdelijk „gemeentelijk trambedrijf is geschied?" De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet houders volkomen bereid zijn die mededeelingen te doen. De Raad kan ze eerlang tegemoet zien. Op verlangen van den Raad, is, zooals men weet, een deskundig onderzoek gaande. De heer HAALMAN dankt den Voorzitter voor diens antwoord. Hiermede zijn de besprekingen over deze zaak geëindigd. 31. Schriftelijke vragen van het raadslid B. Cohen, luidende als volgt: 1. Is het juist, dat de menschen, werkzaam in den Bel- crumpolder en gestuurd door de Arbeidsbeurs, j. 1. Zaterdag hun loon niet uitbetaald hebben gekregen 2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, zijn Burgemeester en Wethouders dan niet van oordeel, dat er zoo spoedig mogelijk een maatregel getroffen moet worden, waardoor deze menschen tegemoet gekomen worden in het hun niet-betaalde loon? De VOORZITTER merkt op, dat die menschen in par ticulieren dienst zijnde gemeente heeft er niets mede te maken. Zij kan derhalve in deze kwestie niet treden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 642