662 1 AUGUSTUS 1924. ,,numentenverordening (gem. bl. no. 377) heb ik de eer U „als eersten onderteekenaar het volgende mede te deelen. „Blijkens ingewonnen bericht zal de Monumentencommissie, „bedoeld in art. 2 van gezegde verordening, zeer spoedig „omtrent deze adressen haar rapport uitbrengendezerzijds „is op spoedige behandeling aangedrongen. Desbetreffende „adviezen zullen den Raad onverwijld worden overgelegd. „Uit den aard der zaak zullen deze voor eene beslissing „van den Raad niet kunnen worden gemist. „Aangezien Uw verzoek vooral blijkt te steunen op den „wensch de plaatsing van het Begijnhof nader onder de „oogen te zien, moge het volgende onder Uwe aandacht „worden gebracht. „Het is den tweeden onderteekenaar van Uw schrijven, „den heer Van Groenendael, bekend hoezeer wij na streven eene oplossing, die zoowel het hehoud van het „oude Begijnhof als de oprichting van eene behoorlijke „zwakzinnigenschool ten goede komt. Met het lid van den „Raad, den heer Van Groenendael, den architect van „die school, zijn wij in voortdurend contact om die oplossing „zoo bevredigend en spoedig mogelijk te verkrijgen. Het is „hem bekend, dat een voorstel aan den Raad in wording „is, dat slechts wacht op eene bevestiging van het Depar tement van Financiën, welke in staat zal stellen tot afstand „van gemeentegrond, waardoor de belangen der gemeente „en van de school zeer zullen worden gebaat. Op spoedige „verkrijging van deze bevestiging wordt onzerzijds aange drongen, zooals wij steeds de onderhandeling met de Re- „geering zooveel doenlijk hebben bespoedigd, het betreurend „een tragen gang van zaken te moeten constateeren, waaraan „men dezerzijds in geen opzicht schuldig staat. Ook met den „eigenaar van het Begijnhof is bedoelde oplossing bij her- daling besprokenzij bleek zeer op prijs te worden gesteld. „Kennisneming van het vorenstaande zal U doen vertrou- „wen, dat de vele moeiten aan deze aangelegenheid gewijd „door een goeden uitslag zullen worden bekroond, al zullen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 662