668 1 AUGUSTUS 1924. alle andere verzocht. Nu vragen zij het inzonderheid voor dit ééne, omdat de toestand in de school aan de Nieuwstraat niet langer zoo kan blijvende gastvrouw zit met hare gasten verlegen. De heer APPELBOOM onderscheidt in deze kwestie een zakelijk en een persoonlijk element. Men moet echter bij het zakelijke blijven. Vele leden kunnen niet beoordeelen, hoe te stemmen, omdat hun thans de noodige gegevens ontbreken. Het lijkt Spr. daarom het beste de behandeling van deze zaak 14 dagen uit te stellen. Wat het persoonlijk element het niet beleggen van de verlangde spoedvergadering betreft, dit kan van het zakelijke worden afgescheiden door het te gieten in den vorm van een motie. De heer COHEN zegt, dat hem indertijd hetzelfde is overkomen als den heer Van L u ij t e 1 a a r. Spr. had ook om het uitschrijven eener spoedvergadering verzocht en eerst drie weken nadien had een raadsvergaderingplaats. De Voorzitter had Spr.'s verzoek doodgewoon langs zijn koude kleeren laten gaan. Spr. zou den Voorzitter gaarne willen vragen, of deze kan aantoonen, dat belanghebbende de be handeling van deze zaak niet urgent acht. De VOORZITTER vindt het verkeerd, dat door den heer Van Lu ij tel aar hierbij de schoolkwestie in het debat is gebracht. De bouw van de Sint Rosa-school wordt thans absoluut niet meer vertraagd. De heer Van Luijtelaar is van alle gegevens voorzien, doch het is met hem blijkbaar den Moriaan gewasschen. Wat de vraag van den heer Cohen betreft, kan Spr. er op wijzen, dat de urgentie van de zaak voor eene behandeling op heden door belanghebbende niet is bepleit. Ten slotte zegt Spr. ervan overtuigd te zijn, dat, als de heer Van Luijtelaar belanghebbende een goeden dienst wil bewijzen, hij dan niet moet blijven aandringen op onregelmatige behandeling op heden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 668