1 AUGUSTUS 1924. 671 te zeggen: „Dan zijn er enkelen van ons niet", dan heeft Spr. evenveel recht om van zijn kant daartegen aan te voeren „En ik ben vandaag niet voldoende met deze kwestie op de hoogte om haar te beoordeelen." Het gaat dan ook niet aan om de overige leden van den Raad te overrompelen met een onderwerp, dat een behoorlijke voorbereiding vordert. De VOORZITTER wil nog met een enkel woord terug komen op de kwestie van de aangevraagde spoedvergadering. Spr. heeft de zaak niet blauw blauw gelatendat zou zeer terecht in hem te misprijzen zijn geweest. Hij heeft er echter behoorlijk nota van genomenniemand weet dat beter dan de heer Van Luijtelaar. Men mag dus niet zeggen: U hebt Uw plicht verzuimd. De zaak kan thans niet behandeld wordenbovendien zouden andere belangrijke zaken erdoor op den achtergrond raken. Wanneer het voorstel van den heer Van Luijtelaar c. s. dan ook onverhoopt mocht worden aangenomen, dan zal Spr. de vergadering sluiten. Van de behoorlijk voorbereide agenda zou toch weinig of niets te recht komen. De heer COHEN: Dat is een dreigement! De heer KLUFT herinnert er aan, dat hij heeft verzocht de vergadering even te schorsen om nog eens te kunnen beraadslagen. De heer VAN LUIJTELAAR verklaart dan maar weer eens te zullen toegeven aan den drang door Burgemeester en Wethouders uitgeoefend, in de hoop, dat de zaak vóór 1 September a. s. aan de orde zal worden gesteld. De besprekingen omtrent deze aangelegenheid zijn hiermede geëindigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 671