1 AUGUSTUS 1924.
681
„Verder meen ik goed te doen in dit advies, voor zoover
„dit noodig is, vast te leggen, dat vanwege het Staats-
„boschbedrijf telkens vóór het einde der maand aan Uw
„College is verzocht, of er Uwerzijds prijs werd gesteld op
„voortzetting der werkverschaffing, daar door het betrokken
„Departement tijdig moest worden zorg gedragen voor de
„noodige gelden, ter uitbetaling van de loonen. Uit de
„afschriften van de hierop betrekking hebbende brieven is
„mij gebleken, dat steeds door Uw College tot voortzetting
„is geadviseerd, doch reeds in de maand April door het
„Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Landbouw werd
„medegedeeld aan den Heer Directeur van het Staatsbosch-
„bedrijf, te Utrecht, onder wiens directie de Houtvesterij
„„Breda" ressorteert, „dat de gemeentebesturen (bedoeld
„werden Breda en Oosterhout) al het mogelijke dienen te
„doen, om het aantal geplaatsten bij de werkverschaffing te
„beperken, hetgeen zou kunnen geschieden door o. a. te
„bepalen, dat alleen personen worden geplaatst uit gezinnen,
„welker eenige bron of hoofdbron van inkomsten zijn de
„verdiensten bij de werkverschaffing."
„Indien voortzetting na einde April nog noodig mocht
„zijn, dan noodig ik U uit, mij daarvan omstreeks 20 April
„a. s. mededeeling te doen, waarna onmiddellijk vanwege
„mijn Departement zal worden onderzocht, of het al dan
„niet wenschelijk is, dat de tewerkstelling doorgaat."
Overzicht werkloosheid.
„Een vergelijking met het jaar 1923 doet zien, dat op het
„oogenblik absoluut niet meer van een crisis in een of ander
„bedrijf hier ter plaatse kan worden gesproken. Ongetwijfeld
„is het getal ingeschreven werkzoekenden grooter dan in
„den tijd van de hoogconjunctuur, doch hierbij zij opgemerkt,
„dat veel meer dan vroeger van de Arbeidsbeurs wordt
„gebruik gemaakt en dat onder het getal werkzoekenden
„(203), op heden bij de Arbeidsbeurs ingeschreven, er 25
„personen zijn beneden den leeftijd van 20 jaar, 27 personen
